Stadsgedicht 15
Kerstmis
lijkbleek ligt het kind
snikkend op glimmend glad wit
ze schraapt haar keel
klopt glitterend ijsvijlsel
van haar knikkende knieƫn
even piekte ze hoger dan
de reusachtige kerstboom
vol ijsbloemen
die het kerkplein versiert
mensen slingeren lachend langs
verliezen hun stekeligheid
bij volle glazen warme wijn
rode hoofden gloeien
totdat men stugheden vergeet
scheve schaatsen vergeeft
zich met onbedoelde koeltes verzoent
jammer
dat dit
te vaak alleen
onder druk
van dreigende dennennaalden
lukt
Marco van der Bij, 6 december 2013