Stadsgedicht 13
Klooster
Gregoriaanse klanken
hangen lang in donkere gangen
valse vlammen werpen
silhouetten van armoede
over muffe muren
rang en orde
grijpen
dwars door de dunne tijd
hedendaagse epische epistels
zijn steevast
langdradig luchtledig
vergrijsde breinen grijnzen
sukkelend in slaap
onrust ontwaakt
ongeloof gewekt
nog steeds dragen
zwakken de zwaarste kruizen
iedereen wijst
niemand durft
een gebed zonder end
korte metten maken
blijft
monnikenwerk
Marco van der Bij, 22-10-2013
Het gedicht is geinspireerd op het klooster, vroeger een toevluchtsoord voor de armen in de samenleving. Dat deed me even kritisch kijken naar de huidige samenleving, en ik denk dat daar nog niet heel veel is veranderd