Nienke Gorter: Vrije gedichten
- pasen
- Versiervogel
- Als ik Woerden was
- Woerden
- Zegveld
- Verheul
1. Pasen
Waar de één
Rondom heen
Zoekt naar chocolade
In kleurig zilverpapier
De ander na vasten
Weer eten mag
Families onder de hanen
Bijbelse boodschappen beamen
En mannen in gekleurd tenue
Rond pasen op het veld
Vraagt de enkeling zich af
Zonder beklag
Waarom ook weer
Deze vrijdag goed is
En die maandag vrij
Gedicht ingeleverd bij de sollicitatie voor stadsdichter maart 2016
voorgedragen 1 april tijdens Nachtcultuur in een roze opblaaskerk op het kerkplein.
2. Versiervogel
Met de ene voet
De andere passerend
De hand tastend in mijn zak
Valt mijn oog
Op druipend nat
Met wit en bruin
Bellen trekkend
Op de ruit
Die mijn schoonmoeder
Gisteren nog lapte
De ooievaars die lappen niet
Die verspreiden slechts
Cloacaal vocht
Op de kerk, bij de bocht
Gemikt tussen de strepen
Van het enige zebrapad
Dat Zegveld rijk is
En op de buitenspiegel
Van mijn nieuwe buur
Als met groots vingerverf
Wordt het dorp verfraaid
Geen kindjes maar klodders
Gestrooid door het ooikonvooi
Grote vogels
Grote fletsen
Overal verspreid
Je kan klagen
Je kan kletsen
Maar toch ben ik verblijd
Die poep
Die hinkelvogel-kuikentjes-poep
Smeuïg, smeerbaar, ovaal
Siert het Zegvelds straatbeeld
Als ballonnen
Overal
Streekgedicht ingeleverd bij de sollicitatie voor stadsdichter maart 2016
voorgedragen op 1 april tijdens Nachtcultuur in een roze opblaaskerk op het kerkplein.
3. ALS IK WOERDEN WAS
Zouden lichtvoetige loopjes
Mijn buik betrommelen
Op de zaterdagse markt
Zouden ze een roffel vormen
Die dreunt en galmt door heel mijn zijn
Donder als klompen de koeienmarkt bestormen
Als ik Woerden was
At ik graskaas bij de vleet
En bracht smaakpapillen in het Rijne
Met stapels streekproducten die men eet
Had ik nooit kosten aan de kapper
Want schaap of koe of paard of lam
Kortte mijn groene haartjes dapper
Als ik Woerden was
Was ik altijd parfumé
Met kazige Grozette-geuren
En vleugjes diervoederfabriek
Hetgeen de receptieve neus
Terugvoert naar zijn jonge jeugd
Die eerste kus de eerste keus
Als ik Woerden was
Zou ik grinniken en glimlachen
Bij de blik op al die blijde bollen
En ’s avonds sluimerend de rust in rollen
Als het lantaarnlicht ontwaakt
Ja, als ik Woerden was
Zou ik dagen liefst niets anders doen
Dan élk mensje op mijn vlak
Beplakken met een dikke zoen
Nienke Gorter, Stadsdichter Woerden, Juni 2016
4. WOERDEN
Als een ster aan de hemel
Staat de stad aan de platte polder
Statig te stralen in het groen
Attractief als een magneet
Trekt het centrum mensen aan
En wordt voortdurend dik bedolven
Onder de vreugde van de dag
De lach van het bestaan
Het wemelt in dit Woerden
Van de wonderrijke mensen
Als mieren in een hoop
Doorkruizen ze heel wat
Met huppelende benen
En springende gedachten
Leven zij hun leven
Met hun voeten op de stad
Als deze stad, dit sieraad
Om de arm van de Rijn
Zou leren woorden vormen
Zou het wel weldra willen weten:
Zou eigenlijk niet elke woonplaats
Stiekem Woerden willen zijn?
Nienke Gorter, Stadsdichter Woerden, Juni 2016
Nienke , onze stadsdichter, deed mee aan de 12e Nationale Stadsdichtersdag in Lelystad. Haar twee voorgedragen gedichten over Woerden (3 en 4) zijn opgenomen in de bundel "Stads-Hart"
5. EEN AANSPREKEND GEDICHT OVER ZEGVELD
‘Zegveld’
‘Veld’
Nienke Gorter Stadsdichter Woerden Juli 2016
Nienke woont in Zegveld en moest dit korte gedicht over haar woonplaats wel opschrijven
Waar eens
Één ijs
Drie ijsjes was
Is nu het softijs schaars
De oublie kijkt je aan
En klaagt
‘k Krijg meer niet
Van mijn baas
Nieuwe eigenaren
Eigenaardig
Klein prijsje
Kleiner ijsje
Denk je soms dat men ’t niet ziet?
Zo’n onaardige reductie
Verheul je niet!
Nienke Gorter, Stadsdichter Woerden, (oktober 2016)
Geschreven nadat ik voor het eerst sinds de middelbare school weer een ijsje ging halen
bij de favoriete snackbar van mijn Kalsbeektijd