Monumentendag 2017; ‘Boeren, burgers en buitenlui’

publicatiedatum: za 26 augustus 2017

Het thema is ontleend aan een eeuwenoude uitroep die de afgelopen eeuwen al een paar keer van betekenis is veranderd. Oorspronkelijk was ‘Boeren, burgers en buitenlui!’ de roep waarmee een stads- of dorpsomroeper op het marktplein de aandacht trok voor een officiële mededeling of een reclameboodschap. Ook Woerden had nog lang een Stadsomroeper.

 

 Nog in 1953, tijdens de Waternoodramp in zeeland werd deze door de gemeente en door andere instanties en bedrijven  langs de straten gezonden, zo blijkt uit onderstaand stukje uit "den Woerdense Courant" (februari 1953) en volgens velen heeft de hr Feit (?) nog lange tijd, met een gong op zijn fiets om de aandacht te vragen, als stadsomroeper gefunctioneerd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

‘Boeren, burgers en buitenlui’ (uit; Waardevol Woerden)

De stadsomroeper vatte met zijn uitroep zijn doelgroepen samen:

  • burgers waren de inwoners van de stad,
  • boeren woonden buiten de stad maar waren er nauw mee verbonden, en
  • buitenlui waren alle vreemdelingen die zich om welke reden ook in de stad bevonden.

‘Boeren, burgers en buitenlui!’

betekende dus: ‘Iedereen luisteren!’ De drie begrippen hadden destijds een formele betekenis.

Veel steden kenden bijvoorbeeld gedetailleerde regels om te beschrijven wat rondreizende ‘buitenluiden’ wel en niet mochten doen. Deze stedelijke voorschriften verdwenen in de 19de eeuw, toen wetten
en regels niet langer op lokaal niveau werden opgesteld, maar landelijk. Het historische onderscheid tussen boeren, burgers en buitenlui verloor daarmee zijn scherpe omlijning.

 

Het trio ‘boeren, burgers en buitenlui’ kreeg vervolgens in de volksmond een nieuwe populariteit. Het werd vaak gebruikt om een jolige of oubollige sfeer op te roepen, in de ambiance van kermis, volksvermaak, goedgelovigheid, wonderdokters en bijgeloof. Soms had het drietal een meer neutrale lading, en dan betekende het nog steeds ‘iedereen tezamen’ of ‘niemand uitgezonderd’, net als voorheen op


het marktplein.
In de 20ste eeuw kregen de drie B’s een nieuwe lading die pastebij ingrijpende maatschappelijke veranderingen. De Nederlandselandbouw onderging een radicale schaalvergroting, waardoor er veel
minder menskracht nodig was dan voorheen. De totale bevolking groeide sterk en werd steeds stedelijker. De welvaart en de mobiliteitnamen toe, zodat steeds meer stedelingen ‘buiten’ konden wonen
en recreëren. Dat stelde nieuwe eisen aan het platteland: naast modern productielandschap moest het ook een aantrekkelijk woon- en speellandschap worden.

 

Voor het eenvoudige patroon van stad en ommeland is een smeltkroes in de plaats gekomen, zowerd al vijftig jaar geleden opgemerkt. Soms worden de woorden boeren, burgers en buitenlui gebruikt om deze nieuwe werkelijkheid te beschrijven, maar het lukt niet om ze scherp af te bakenen. Dat bevestigt het beeld van de smeltkroes: boeren, burgers enbuitenlui kun je theoretisch misschien nog onderscheiden, maar in werkelijkheid vloeien zij - en dus wij - in elkaar over.