
Stadsgedicht 31 "Oorlog"
Vorige week liep het "mis" bij de vluchtelingen crisisopvang bij Sporthal Snellerpoort in ons mooie, rustige, rijke, niets aan de hand, stadje. Vuurwerkbommen, kreten, geschreeuw eieren werpen en leuzen. een groepje vermomde mensen brachten een bezoekje aan de vluchtelingen. Het bracht onze stadsdichter Marco, net als veel andere Woerdenaren tot opperste verbazing over zoveel agressie. Als dichter bleef hem niets anders dan te proberen het onbegrijpelijke onder woorden te brengen.
Stadsgedicht 31
Oorlog
Mijn eigen volk bestaat
voor mij al lang niet meer
vol van schaamte
zou ik het liefste
willen vluchten
in deze wereld die dagelijks
het bloed van haar wangen wast
waarin zeeën en rivieren
alleen nog rood dreigen
te stromen
brengen bivakmutsen
in driedelig zwart
ongevraagd
de oorlog tot aan mijn voordeur
bombarderen ze
vers geboren kinderdromen
tot puin
gaan ze ver over grenzen
slaan ze
onder valse voorwendselen
alle hoop dood
met natte ogen
vraag ik mezelf af
wel belangrijk gesprek
ik dan mistte
en waar en wanneer jij de waarde
van het mens zijn
vergat
Marco van der Bij, 10-10-2014