Inloggen
Inloggen op Cultuurlokaal.nl



Stuur berichten voor de agenda naar de redactie.

Waterlinie fietstocht "Rampjaar"

publicatiedatum: za 1 augustus 2020

De Oude Hollandse Waterlinie een prachtig, uniek cultureel watererfgoed met vestingsteden, molens en gemalen, bruggen, sluizen en waterkeringen. De moeite waard om eens langs te fietsen. Van Woerden via Nieuwerbrug naar Zwammerdam en dan via de Meije, Kanis en Kamerik weer naar Woerden Een fietstocht van 45 km, langs de geschiedenis van de regio.

 

Rampjaarroute Woerden – Zwammerdam

 

De Rampjaarroute verbindt de slagvelden in Woerden met Zegveld/Meije, Nieuwkoop, Zwammerdam en Bodegraven/Nieuwerbrug.
Fietsroute     Vertrekpunt is station Woerden;

 

KLIK HIER VOOR DE ROUTE

 

Geschiedenis

De Oude Hollandse Waterlinie ontstond in de Gouden Eeuw (1600-1700). Een laag water van bij circa 40 bij 50 cm zou het land voor soldaten onbegaanbaar en voor schepen onbevaarbaar maken. Deze linie liep van Noord-Brabant tot aan de voormalige Zuiderzee bij Muiden. Op de doorgangen – zoals dijken en wegen – lagen vestingsteden en kleinere posten.
In december 1672 probeerden de Franse generaal Luxembourg vanuit de bezette vestingstad Woerden een doorbraak door de bevroren Waterlinie te forceren, door via Zegeveld langs de Meije richting Alphen te trekken. Maar door invallende dooi mislukte dit; op de terugweg staken de Fransten Zwammerdam en Bodegraven in brand. De Rampjaarroute volgt het spoor van de Franse troepen.

De Oude Hollandse Waterlinie


De Oude Hollandse Waterlinie ontstond in de Gouden Eeuw (1600-1700) en moest het regeringscentrum (Den Haag) en het economische centrum (Amsterdam) in het gewest Holland beschermen. Een laag water van bij ca 30 bij 50 cm zou het land voor een leger onbegaanbaar en voor schepen onbevaarbaar maken. Deze linie liep van Noord-Brabant tot aan de Zuiderzee bij Muiden. Bij de doorgangen – zoals dijken en wegen – lagen vestingsteden en kleinere verdedigingsposten. Deze vestingsteden werden eind 17e eeuw extra versterkt met grachten en wallen. Toen op 12 juni 1672 het Franse leger met 120.000 man de Republiek binnenviel, werd een enorm gebied tussen Biesbosch en Zuiderzee onder water gezet. Deze waterlinie werd een succes, maar het onder water zetten veroorzaakte ook heel veel schade en ellende, vooral voor de boeren.

 

 

De Franse doorbraak in december 1672

Pas op 27 december 1672 wist generaal Luxembourg vanuit de door hen veroverde vestingstad Woerden een doorbraak te forceren. Daarbij kwam ‘koning Winter’ hem te hulp. Over het bevroren inundatiewater in de Meijepolder liep een leger van 8.000 man in de richting van de Meijekade. Maar
tijdens de overtocht zette de dooi in en werd het ijs snel onbetrouwbaar. Verscheidene soldaten zakten door het ijs en een twaalftal verdronk; sommigen konden nog bij hun haren uit het ijzige water worden getrokken. Ook vonden er schermutselingen plaats met boeren uit Nieuwkoop.

 

 

 

 

 

 

 

De Fransen konden niet verder naar Alphen optrekken, omdat zich daar het leger van de Prins had verzameld. De gefrustreerde Franse soldaten waren hierdoor genoodzaakt om via de oevers van de Oude Rijn terug te keren naar Woerden en trokken al plunderend en brandstichtend door Zwammerdam en Bodegraven. Daarbij werden ook wreedheden tegen de burgerbevolking begaan, vakkundig in beeld gebracht door tekenaar Romeijn de Hooghe. In de Wreedheid der Fransen werd beschreven hoe vrouwen aan hun haren werden opgehangen en met messen werden bewerkt.

 

In de oorlogspropaganda werden deze Franse excessen zwaar aangezet.
Maar de Franse doorbraak was mislukt. De mislukte veldtocht van Luxembourg was het keerpunt in de Hollandse oorlog en de Republiek was gered!